Deze week ben ik begonnen met het schrijven van het eerste hoofdstuk van mijn tweede boek ‘Herstart’ (werktitel). De eerste zin van een boek is een verhaal apart. Die moet knallen, de lezer meteen nieuwsgierig maken en het verhaal in trekken. Emotie, mysterie, beeld, sfeer, verwachtingen… alles zit opgesloten in zo’n beginzin. En ja, dat maakt het schrijven daarvan één van de moeilijkste uitdagingen.
Tijdens mijn zomervakantie heb ik een eerste boekplan voor Herstart gemaakt. Daarin neem ik de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen per hoofdstuk op. De rode draad staat dan op papier, maar ik kan er heel veel omheen verzinnen en veranderen. En dat doe ik dus bijna de hele dag door. Als het hoofdpersonage nou eens dit of dat heeft meegemaakt, wat is de consequentie voor het verhaal als die twee elkaar al eerder hebben ontmoet en wie moet er dood, verdwijnen, of worden beschuldigd. En tussen alle overwegingen door schiet dan soms een mogelijke beginzin door mijn hoofd. Ben ik enthousiast, dan noteer ik hem. Maar vaak stop ik hem vrijwel direct terug in de prullenbak van mijn hersenpan.
De (voorlopige) beginzin van ‘Herstart’ (werktitel):
‘Met een plumeau trekt Katja het stof los van de drie urnen’.
— uit “Herstart”
Welk gevoel krijgen jullie daarbij? Maakt die zinnieuwsgierig?
Hartelijke schrijfgroeten
Tot volgende week!